krijgsgevangenen

1.200 (circa)

Het krijgsgevangenkamp te Gloegoer was de opvolger van het kamp in de Uniekampong te Belawan. Het was ondergebracht in het in 1913 ingerichte opvang- en doorgangskamp voor contractkoelies van het Java Immigranten Bureau (JIB) van de Algemeene Vereeniging van Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra (AVROS) bij de hoofdweg en spoorlijn naar Belawan. Dat bestond uit vijf grote en drie kleinere gezinsbarakken (hongs, stenen koelieloodsen), een ziekenbarak en enkele bijgebouwen, omheind door een hoge stenen muur met glasscherven. In juni 1944 werden de laatste krijgsgevangenen uit het kamp, 720 Nederlanders en Britten, met de Van Waerwijck naar Padang gebracht voor tewerkstelling aan de Pakanbaroespoorlijn. Het schip werd getorpedeerd, waarbij 176 doden vielen. Na het vertrek van de krijgsgevangenen fungeerden de koelieloodsen als vrouwenkamp.

Japanse militairen; Koreanen

lt.-kol. Beckers

Heekeren, C. van, e.a., Het pannetje van Oliemans. Vijfhonderd krijgsgevangenen onder de Japanners, Zuid-Atjeh, 1944 (Franeker 1975-2)
Heekeren, C. van, e.a., De 'Atjeh-Party' (8 maart tot 3 november 1944). Een relaas (['s-Gravenhage] [1964])

• Toegang 400, Inv.nr. 2602
• Toegang 400, Inv.nr. 3149
• Toegang 400, Inv.nr. 7530
• Toegang 400, Inv.nr. 7558
• Toegang 400, Inv.nr. 7569
• Toegang 400, Inv.nr. 7672
• Toegang 400, Inv.nr. 3070
• Toegang 400, Inv.nr. 7594
• Dagboek 242
• Dagboek 50

vrouwen en kinderen

1.250

15

Tot eind juni 1944 fungeerde het opvang- en doorgangskamp voor contractkoelies van het Java Immigranten Bureau (JIB) van de Algemeene Vereeniging van Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra (AVROS) bij de hoofdweg en spoorlijn naar Belawan als krijgsgevangenkamp. Nadat de krijgsgevangenen waren afgevoerd voor tewerkstelling aan de Pakanbaroespoorlijn werden in het kamp vrouwen en kinderen uit kamp Poelaubrajan E ondergebracht. Het kamp bestond uit vijf grote en drie kleinere gezinsbarakken (hongs, stenen koelieloodsen), een ziekenbarak en enkele bijgebouwen, omheind door een hoge stenen muur met glasscherven. In de tweede helft van juli 1945 werd het kamp ontruimd naar Aek Pamienke.

Takahashi; Kondu

Heiho's

mw. H. van Genderen-Spencer Elce

Dijk, F.N.J. van, en T. Zwaanswijk, Noord-Sumatra in oorlogstijd. Oorspronkelijke dagboeken uit interneringstijd chronologisch samengevoegd (Makkum 1997)
Jacobs, A., Ontwortelden ('s-Gravenhage 1947)
Vreede, M. de, Een hachelijk bestaan (Amsterdam 1980-3)
Vreede, M. de, Waar ik mee leef/Kind in kamp (Amsterdam 1995)

• Toegang 400, Inv.nr. 1502
• Toegang 400, Inv.nr. 7650
• Toegang 400, Inv.nr. 1829
• Toegang 400, Inv.nr. 2621
• Toegang 400, Inv.nr. 2687
• Toegang 400, Inv.nr. 2761
• Toegang 400, Inv.nr. 2900
• Toegang 400, Inv.nr. 2924
• Toegang 400, Inv.nr. 7524
• Dagboek 105
• Dagboek 109
• Dagboek 271

krijgsgevangenen

1.200 (circa)

Het krijgsgevangenkamp te Gloegoer was de opvolger van het kamp in de Uniekampong te Belawan. Het was ondergebracht in het in 1913 ingerichte opvang- en doorgangskamp voor contractkoelies van het Java Immigranten Bureau (JIB) van de Algemeene Vereeniging van Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra (AVROS) bij de hoofdweg en spoorlijn naar Belawan. Dat bestond uit vijf grote en drie kleinere gezinsbarakken (hongs, stenen koelieloodsen), een ziekenbarak en enkele bijgebouwen, omheind door een hoge stenen muur met glasscherven. In juni 1944 werden de laatste krijgsgevangenen uit het kamp, 720 Nederlanders en Britten, met de Van Waerwijck naar Padang gebracht voor tewerkstelling aan de Pakanbaroespoorlijn. Het schip werd getorpedeerd, waarbij 176 doden vielen. Na het vertrek van de krijgsgevangenen fungeerden de koelieloodsen als vrouwenkamp.

Japanse militairen; Koreanen

lt.-kol. Beckers

Heekeren, C. van, e.a., Het pannetje van Oliemans. Vijfhonderd krijgsgevangenen onder de Japanners, Zuid-Atjeh, 1944 (Franeker 1975-2)
Heekeren, C. van, e.a., De 'Atjeh-Party' (8 maart tot 3 november 1944). Een relaas (['s-Gravenhage] [1964])

• Toegang 400, Inv.nr. 2602
• Toegang 400, Inv.nr. 3149
• Toegang 400, Inv.nr. 7530
• Toegang 400, Inv.nr. 7558
• Toegang 400, Inv.nr. 7569
• Toegang 400, Inv.nr. 7672
• Toegang 400, Inv.nr. 3070
• Toegang 400, Inv.nr. 7594
• Dagboek 242
• Dagboek 50

vrouwen en kinderen

1.250

15

Tot eind juni 1944 fungeerde het opvang- en doorgangskamp voor contractkoelies van het Java Immigranten Bureau (JIB) van de Algemeene Vereeniging van Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra (AVROS) bij de hoofdweg en spoorlijn naar Belawan als krijgsgevangenkamp. Nadat de krijgsgevangenen waren afgevoerd voor tewerkstelling aan de Pakanbaroespoorlijn werden in het kamp vrouwen en kinderen uit kamp Poelaubrajan E ondergebracht. Het kamp bestond uit vijf grote en drie kleinere gezinsbarakken (hongs, stenen koelieloodsen), een ziekenbarak en enkele bijgebouwen, omheind door een hoge stenen muur met glasscherven. In de tweede helft van juli 1945 werd het kamp ontruimd naar Aek Pamienke.

Takahashi; Kondu

Heiho's

mw. H. van Genderen-Spencer Elce

Dijk, F.N.J. van, en T. Zwaanswijk, Noord-Sumatra in oorlogstijd. Oorspronkelijke dagboeken uit interneringstijd chronologisch samengevoegd (Makkum 1997)
Jacobs, A., Ontwortelden ('s-Gravenhage 1947)
Vreede, M. de, Een hachelijk bestaan (Amsterdam 1980-3)
Vreede, M. de, Waar ik mee leef/Kind in kamp (Amsterdam 1995)

• Toegang 400, Inv.nr. 1502
• Toegang 400, Inv.nr. 7650
• Toegang 400, Inv.nr. 1829
• Toegang 400, Inv.nr. 2621
• Toegang 400, Inv.nr. 2687
• Toegang 400, Inv.nr. 2761
• Toegang 400, Inv.nr. 2900
• Toegang 400, Inv.nr. 2924
• Toegang 400, Inv.nr. 7524
• Dagboek 105
• Dagboek 109
• Dagboek 271