mannen

639

In januari 1943 werd op Poentjak Sekoening een kamp gebouwd door Nederlandse en Britse mannen die geïnterneerd waren in de gevangenis van Palembang. Het kamp bestond uit barakken van bamboe, hout en atap, omheind met een schutting, gedek en prikkeldraad. De mannen werden zelf in deze barakken ondergebracht totdat zij in september 1943 werden overgebracht naar de gevangenis in Muntok. In de barakken kwamen vervolgens vrouwen en kinderen uit wijkkamp Talang Semoet.

kpt. Seki

Inheems politiepersoneel; heiho's

A. Oranje; H. baron Van Asbeck; dhr. Penryce; H.G. Hammett; D.J.A. van der Vliet

Warner, L. en J. Sandilands, Women beyond the wire. A story of prisoners of the Japanese 1942-45 (Londen 1982)

• Dagboek 214

vrouwen en kinderen

In januari 1943 was op Poentjak Sekoening een barakkenkamp gebouwd door Nederlandse en Britse geïnterneerde mannen uit de gevangenis van Palembang. Nadat zij waren overgebracht naar de gevangenis in Muntok werden in Poentjak Sekoening vrouwen en kinderen uit het wijkkamp Talang Semoet ondergebracht. De Nederlandssprekende vrouwen en kinderen bewoonden de barakken aan de ene lange zijde van het rechthoekige kamp, de Engelssprekende vrouwen en kinderen de barakken aan de andere lange zijde. Aan de korte zijdes waren resp. de keuken en de ingang, het kantoor van de Japanners en een hospitaaltje. In elke barak zaten ongeveer 60 personen. Eind september arriveerden ongeveer 40 nonnen die werkzaam waren geweest in het Rooms-Katholieke ziekenhuis Charitas in Palembang, in 1944 arriveerden vrouwen en kinderen uit Djambi en Teloekbetoeng. Op 4 november 1944 werd het kamp in drie transporten ontruimd naar het vrouwenkamp in Muntok.

kpt. Seki

Inheems politiepersoneel; heiho's

Moeder-overste Laurentia; mw. G.B. Hinch; mw. dr. J. McDowell

Simons, J.E., In Japanese hands. Australian nurses als POWs (Melbourne 1985)
Kenny, C., Captives. Australian army nurses in Japanese prison camps (St. Lucia 1986)

• Toegang 400, Inv.nr. 2571

mannen

639

In januari 1943 werd op Poentjak Sekoening een kamp gebouwd door Nederlandse en Britse mannen die geïnterneerd waren in de gevangenis van Palembang. Het kamp bestond uit barakken van bamboe, hout en atap, omheind met een schutting, gedek en prikkeldraad. De mannen werden zelf in deze barakken ondergebracht totdat zij in september 1943 werden overgebracht naar de gevangenis in Muntok. In de barakken kwamen vervolgens vrouwen en kinderen uit wijkkamp Talang Semoet.

kpt. Seki

Inheems politiepersoneel; heiho's

A. Oranje; H. baron Van Asbeck; dhr. Penryce; H.G. Hammett; D.J.A. van der Vliet

Warner, L. en J. Sandilands, Women beyond the wire. A story of prisoners of the Japanese 1942-45 (Londen 1982)

• Dagboek 214

vrouwen en kinderen

In januari 1943 was op Poentjak Sekoening een barakkenkamp gebouwd door Nederlandse en Britse geïnterneerde mannen uit de gevangenis van Palembang. Nadat zij waren overgebracht naar de gevangenis in Muntok werden in Poentjak Sekoening vrouwen en kinderen uit het wijkkamp Talang Semoet ondergebracht. De Nederlandssprekende vrouwen en kinderen bewoonden de barakken aan de ene lange zijde van het rechthoekige kamp, de Engelssprekende vrouwen en kinderen de barakken aan de andere lange zijde. Aan de korte zijdes waren resp. de keuken en de ingang, het kantoor van de Japanners en een hospitaaltje. In elke barak zaten ongeveer 60 personen. Eind september arriveerden ongeveer 40 nonnen die werkzaam waren geweest in het Rooms-Katholieke ziekenhuis Charitas in Palembang, in 1944 arriveerden vrouwen en kinderen uit Djambi en Teloekbetoeng. Op 4 november 1944 werd het kamp in drie transporten ontruimd naar het vrouwenkamp in Muntok.

kpt. Seki

Inheems politiepersoneel; heiho's

Moeder-overste Laurentia; mw. G.B. Hinch; mw. dr. J. McDowell

Simons, J.E., In Japanese hands. Australian nurses als POWs (Melbourne 1985)
Kenny, C., Captives. Australian army nurses in Japanese prison camps (St. Lucia 1986)

• Toegang 400, Inv.nr. 2571