krijgsgevangenen

406

Tussen mei 1944 en augustus 1945 werd door dwangarbeiders - krijsgevangenen en romusha's - een spoorweg van circa 220 kilometer tussen Pakanbaroe en Moeara aangelegd, die op 15 augustus 1945 gereed kwam. In totaal waren er 14 kampen langs de spoorlijn, van waaruit het werk werd uitgevoerd. De gevangenen in kamp 14 werkten aan de aanleg en het onderhoud van een aftakking van de spoorbaan en een smalspoorbaan naar een steenkoolveld bij Tapoei, een brug over de Soengei Singingi en een overslag voor steenkool. Onder de gevangenen in dit kamp bevonden zich leden van de 'Atjeh Party', eerder tewerkgesteld bij de aanleg van een weg tussen Blangkedjeren en Takengon.

kpt. Miyazaki Ryohei; lt. Doi Izami; lt. Nagai Susumi; lt. Miura T.; lt. Ascent

Japanse militairen; Koreanen

wingcomm. P.S. Davis; lt.-kol. W.C.M. Slabbekoorn; kpt. J.J.A. van de Lande

Neumann, H. en E. van Witsen, De Sumatra Spoorweg. Documentatie (Middelie 1985-2)
Heekeren, C. van, e.a., De 'Atjeh-Party' (8 maart tot 3 november 1944). Een relaas (['s-Gravenhage] [1964])

• Toegang 400, Inv.nr. 2586
• Toegang 400, Inv.nr. 2846
• Toegang 400, Inv.nr. 2856
• Toegang 400, Inv.nr. 3160
• Toegang 400, Inv.nr. 3216
• Toegang 400, Inv.nr. 5455
• Toegang 400, Inv.nr. 602
• Toegang 400, Inv.nr. 7620
• Toegang 400, Inv.nr. 7671